Bier behoort tot de oudste dranken ter wereld en ook tot de geliefste. Het bestaat uit water, gerst en hop. Zelf bierbrouwen is erg ingewikkeld. Er is ook heel wat speciaal gereedschap voor nodig, zoals een apparaat om de gerstekorrels te sorteren en schoon te maken, een vat waarin ze kunnen weken, een kuip voor het kiemen, een droogoven om water aan de mout te onttrekken, een molen om de mout te vermalen of te'schroten'en vaten voor het brouwen, gisten en koken. Deze zaken zijn onontbeerlijk voor het maken van kwaliteitsbier.Verder is het goed te weten dat particulieren alleen bier voor eigen gebruik mogen brouwen. Wie het wil verkopen heeft daarvoor een vergunning nodig.


                                                                            

 
Wat heb je nodig :


Zorg voor een paar vaten, elk met een inhoud van 1hl; verder voor een houten vat met bijpassende zeef om niet oplosbare bestanddelen uit de mout te filteren, een koperen ketel voor het koken van de mout, flessen met bijbehorende doppen en een apparaat om het bier te bottelen. Gerst, hop en water vormen de basis voor bier. Gerst en hop bevatten natuurlijke suikers, maar desgewenst is deze hoeveelheid aan te vullen met bier- of rietsuiker. Het water moet buitengewoon zuiver zijn; leidingwater is wel bruikbaar, zolang er maar niet te veel chloor in zit. Gebruik anders liever koolzuurvrij mineraalwater. Wie er niet in slaagt kant en klare mout te kopen moet die zelf maken. Dat gaat als volgt: 


Kiemen leg gerstekorrels 32 uur in een kuip met water van 35°C. Verwissel het water elke 4 uur, laat het na 32 uur weglopen. De gerst moet daarna 6-8 uur in de kuip drogen en luchten. Spreid de korrels dan uit in een laag van 10-15 cm dik. Leg ze niet in de zon, de temperatuur mag niet hoger worden dan 15-17°C. Keer de gerst elke 6 uur gedurende 4-5 dagen. De kieming is voltooid zodra de spruiten 2/3 tot 3/4 keer zo lang zijn als de korrels. 

Mouten Onttrek na het kiemen water aan de gerst door deze te verhitten met hete lucht: eerst 3 uur bij 50°C, daarna 12 uur bij 75-80°C. Voor donker bier mag de temperatuur nog hoger worden. Keer de gerst tijdens het drogen elke 2 uur. Vermaal de aldus verkregen mout vervolgens tot grof meel. De zemelen moeten zo heel mogelijk blijven, dan kunnen ze later dienst doen als filteringsmateriaal. Dit malen heet "schroten". Leg de mout nu 30 minuten in water van 50°C; verhit het geheel daarna langzaam tot versuikeringstemperatuur, dat is 65-75°C, en handhaaf die ongeveer 20 minuten. Nu moet het mengsel betijen tot al de zemelen boven drijven. Schep deze eraf. Doe mout en water over in een ander vat. Kook de zemelen 30 minuten bij 100°C en voeg ze dan toe aan het moutextract dat 75°C moet zijn. De heldere vloeistof die vervolgens kan worden afgetapt is 'wort'.
Kook de hop 1½-2½ uur in de wort om er hars en olie aan te onttrekken. Verwarm de hop wel voor, voeg ze niet zonder meer aan de koude wort toe. Hoeveel water, hop en gerst nodig zijn hangt af van de eigen smaak en het te gebruiken recept. Over het algemeen rekent men voor 20 l bier 70 l gekiemde gerst en 2 l droge hop voor klassiek gebrouwen bier.  



Terug naar natuurlijker voedsel bereiden