Konijnenrassen:
het konijn,
het Steenkonijn,
De Hollander,
De Californian,
De Lotharinger,
De Deilenaar,
Konijnen behoren tot de haasachtigen waartoe nog zo’n 40 andere diersoorten behoren. Een konijn kan goed knagen, maar is toch geen knaagdier. Ze hebben allemaal scherpe voortanden (snijtanden) in de bovenkaak, met daarachter stif tanden die altijd blijven doorgroeien. Haasachtigen behoren tot een grote groep van dieren, die zoogdieren genoemd worden. Een mannetjeskonijn heet een rammelaar, een vrouwtje een voedster. Het jong van een konijn heet een lamprei.
Waar het konijn vandaan komt is niet 100% met zekerheid te zeggen.
Men denkt dat de voorouders van de konijnen die wij nu kennen uit Azië komen. In europa hebben ze zich vervolgens over grote gebieden verspreid. Er zijn sporen gevonden van konijnen die ongeveer een miljoen jaar geleden in heel europa leefden, behalve in de meest noordelijke streken in Rusland. Toen de temperatuur echter bleef dalen en de Eerste IJstijd kwam, moest het konijn zich terugtrekken naar warmere gebieden. Zo kwamen de konijnen terecht op het Iberische schiereiland (tegenwoordig Spanje en Portugal). Rond het jaar 1100 v. Chr. bereikten de Foeniciërs (een volk afkomstig uit Libanon) het Iberische schiereiland en troffen daar in grote getallen konijnen aan. Men vond dat ze leken op de klipdas, een dier dat lijkt op konijnen maar korte oren heeft, en familie is van de olifant.
Eeuwen later, rond 250 jaar v Chr. als de Romeinen op het Iberische schiereiland aankomen begint de verspreiding van het konijn pas echt. De Romeinen zetten de konijnen uit op de eilande in de Middelandse Zee en op verschillende andere plaatsen waar de Romeinen regeerden. Later beginnen de Romeinen de konijnen te houden als voedseldier. Men hield de konijnen in grote ommuurde tuinen, die bescherming boden tegen de natuurlijke roofdieren van het konijn. Als men het konijn wilde eten werden ze gevangen of geschoten. Deze konijnen waren natuurlijk nog niet echt huisdieren.
Pas in de Middeleeuwen werd het konijn een huisdier. Tegen die tijd werden konijnen door monniken gehouden, ook in ruime beschermde tuinen. Wanneer er konijnen met een andere kleur werden geboren, bijvoorbeeld witte of gevlekte konijnen, werden deze door de monniken apartgehouden en er werd mee gefokt. Dit is het begin van het houden van het konijn als huisdier.
Uiterlijk
Wilde en tamme konijnen zijn bijna even groot. Het lichaam van een konijn kan tot 45 centimeter groot worden. Zijn oren ongeveer 7 centimeter, de poten zijn niet lang genoeg om het lichaam helemaal van de grond af te houden, zoals bij de hazen. Wilde konijnen hebben een vacht, die gespikkeld van kleur is. Deze wildkleur noemt men ‘agouti’.
- Geslachtsrijp: 3-5 ½ maand (voedster) 6 maanden (rammelaar)
- Oestrische cyclus: geen , geinduceerde sprong
- Draagtijd: 29-33 dagen ( gemiddeld 31)
- Geboortegewicht: 30-709 gram
- Speenleeftijd: 4-6 weken
- Volwassen gewicht: 1-7 kg
- Temperatuur: 90ºC
- Levensduur: 7-8 jaar ( maximaal 15 jaar)
Wist je dat
- In het wild leven konijnen onder de grond, in holen. Deze holen hebben altijd 2 uitgangen zodat konijnen altijd kunnen vluchten bij gevaar.
- Bekende konijnen zijn onder andere: Nijntje, Roger Rabbit, Bugs Bunny, Stampertje en Peter Rabbit
- Het oudste konijn heeft de leeftijd van 24 jaar behaald. Helaas is de gemiddelde leeftijd van een konijn in nederland maar 3 jaar oud.
- De tanden van een konijn groeien wel 1 tot 2 mm per dag
- Een konijnenmoeder zorgt maar 2 keer per dag ongeveer 5 minuutjes voor haar jongen
- Konijnen zijn het gelukkigst met een soortgenootje
- Konijnen zijn geen knaagdieren, maar haasachtigen
- Konijnen houden van speelgoed. Een simpele pluche knuffel of een wc rolletje kan een konijn al uren speelplezier geven
- Hooi is erg belangrijk voor een konijn, konijnen mogen dit onbeperkt hebben, hooi is heel goed voor de konijnendarmen.
- Als een konijn niet goed word vastgehouden kan hij zijn rug breken!
- Een jong konijn word ook wel lamprei genoemd.
- Dat als ze te dik zijn, ernsig ziek kunnen worden.
Gedrag en karakter van een konijn
konijnen zijn rustige, niet agressieve (er zijn natuurlijk uitzonderingen) dieren, elk konijn heeft zijn eigen temperament en is kindvriendelijk. Ze leven van nature in kolonies en zijn dus erg blij met een soortgenootje. Ze zijn ook goed in de omgang met andere dieren (bijvoorbeeld, honden, katten, cavia, maar ook met een kalkoen ed)
Wie meerdere konijnen houd, dan zal je snel merken dat er telkens een rangorde gemaakt wordt: de dominantie. Dat wil zeggen dat 1 konijn zich baas zal maken over de andere konijnen; meestal is dit konijn het oudste, grootste, zwaarste, het 1ste konijn dat in de kooi of het park zat. Alle andere konijnen zullen moeten luisteren naar dit ene konijn. Wanneer je achteraf nog een nieuw konijn bij de kolonie stopt, zal merken dat het dominantste konijn het eerste konijn zal zijn om het nieuwe konijn te besnuffelen, bespringen, er achter aan te lopen, vechten enz. U kunt en mag dan ook helemaal niks aan dit gedrag doen. U mag zeker het dominante konijn niet bestraffen. Dit is nu eenmaal de natuur. Maar wanneer het té erg wordt, is het vaak wel de enige en beste oplossing om het nieuwe konijn en het dominantste konijn voor altijd uit elkaar te halen. Het is aan u om 1 van de 2 te verkopen, wanneer u dit niet doet, zullen er doden vallen!
Konijnentaal
Konijnen praten met je door middel van lichaamstaal. Wat weet jij over konijnen en lichaamstaal?
- Grommen, krabben of naar voren schieten: Het konijn voelt zich bedreigd.
- Stampen met de achterpoot: Voelt zich boos/onveilig, waarschuwt voor gevaar.
- Zachtjes knarsetanden: Voelt zich prettig.
- Rondjes draaien om de voeten met zoemen of knorren: Seksuele opgewondenheid.
- Springen en rennen met snelle bochten: Voelt zich geweldig.
- Met dingen gooien: Boosheid of spelen.
- Achter voeten aanrennen: Spelen.
- Knagen aan dingen wat niet mag: Heeft speelgoed en afleiding nodig, bij jong konijntje nieuwsgierigheid.
- Neusje tegen je aan duwen/hand likken: Liefde betonen en aandacht vragen.
- Languit liggen: Voelt zich relaxed.
- Rechtop staan: Zekeren = omgeving bekijken.
- Hard tandenknarsen en wegkruipen: Voelt zich ziek en heeft pijn.
- Stil in een hoekje zitten: Is ziek of bang.
- Schreeuwen of gillen: Verkeert in doodsangst of in doodsnood.
Hoe pak je een konijn vast en hoe maak je het tam?
In de eerste periode dat je een konijn hebt, laat je hem best eerst en vooral wennen aan zijn hokje. Dan kan je hem voor de eerste keren aaien: van kop tot rugje (laat hem niet ruiken aan je handen want dan zou een konijn durven aanvallen!) Later kan je hem oppakken aan zijn rugvel en ondersteun daarbij hun achterpoten, alstublieft niet de oren, dat is erg slecht voor hun oren: ze kunnen er zelfs letsels aan overhouden of zelfs doof worden!. Moet je een konijn een ruime afstand verplaatsen, laat dan het konijn rusten op je arm.
Hoe krijgen konijnen zulke grote oren?
Geen idee of het waar is maar ik vond dit grappige weetje. Hoe warmer het konijn heeft bij de zwangerschap en geboorte en de eerste ontwikkelingsfasen, hoe langer de oren worden. Natuurlijk speelt de erfelijkheid ook mee.